KGB gevangenis Riga

Stel je voor…

Je hebt tijdens de eerste onafhankelijkheid van Letland bij een studentenvereniging gezeten, op Franse les gezeten of een winkel gerund. Of een familielid van je heeft een van deze dingen gedaan. Als de Sovjets jaren later de baas worden, word je opgepakt en krijg je zware straffen opgelegd omdat je antirevolutionair zou zijn.

Stel je voor…

Je broer, vader of zoon is generaal in het Letse leger. Als hij merkt dat de Sovjets Letland steeds meer in hun greep krijgen, ook al beweren ze dat hun invasie niets zal veranderen, schrijft hij een brief dat hij hier niet aan kan meewerken en schiet zichzelf door het hoofd. Ondanks zijn grote prestaties als generaal wordt hij in stilte begraven, omdat niemand mag weten dat sommige mensen nee durven te zeggen tegen de Sovjets.

Stel je voor…

Je moeder, oma of zus was wetenschapper en moest, als ze naar een congres in het buitenland wilde, verslag uitbrengen over wat ze had gezien, gedaan en wie ze had gesproken. Anders mocht ze nooit naar een congres of raakte ze zelfs haar baan kwijt. Nu de Sovjets weg zijn, staat ze bekend als collaborateur met de KGB omdat ze op de aangetroffen lijst van medewerkers staat.

 

Dit zijn zomaar wat verhalen die je kunt horen in het KGB museum in Riga waar zelfs als de gids even niets vertelt de rillingen over je rug lopen. Dit gebouw was jarenlang het hoofdkwartier van de KGB in Riga (die trouwens eerst nog anders heette). Achter een ijzeren deur schuilt het deel van het gebouw waar je alleen na een extra strenge screening mocht komen. Of als je was opgepakt natuurlijk…

Dan kwam je eerst terecht in de registratieruimte. Daar werden foto’s gemaakt, moest je je uitkleden en om je nog eens extra te vernederen werden je lichaamsholtes onderzocht. Je waardevolle spullen gingen in een laatje en daar kreeg je een ontvangstbewijs voor – maar je wist zeker dat je ze nooit meer terug zou zien. Als je ooit weer op vrije voeten kwam, gaf je daar ook helemaal niks om: vrij komen was al een wonder.

 

Op deze plek zaten geen dieven en moordenaars, maar alleen politieke gevangenen, die volgens artikel 58 wegens de gekste verdenkingen konden worden opgepakt. De KGB richtte zich niet op etnische groepen, maar op sociale groepen waartoe je behoorde of zou behoren.  Het doel was om zo snel mogelijk informatie van je los te krijgen, over jezelf of anderen. En geen enkel middel werd daarbij geschuwd.

Als je na de ondervragingen naar je cel werd gebracht, wisten je medegevangenen bij het horen van de sleutel in het slot al dat er iemand moest klaarstaan om je op te vangen. Het tapijt op de gang was rood zodat al het bloed niet zo zou opvallen. Daarnaast was het dik, zodat voetstappen niet te horen zouden zijn en de bewakers ongemerkt naar de deuren konden lopen om gevangenen af te luisteren en te bespieden.

Als je ‘geluk’ had, zat je met 25-30 man in een vierpersoonscel. Er lag modder op de cementen vloer en op de bedden lagen geen matrassen of planken: je lag of zat op de metalen spijlen. Er stond een stinkende emmer in de hoek om je behoefte op te doen (buiten die ene keer per dag dat je naar de wc mocht) en de temperatuur werd opzettelijk zó hoog gehouden dat het wel een sauna leek. Praten was verboden en om te voorkomen dat gevangenen boodschappen aan elkaar doorgaven, waren de muren ruw zodat je er niet in kon krassen. Als je toch stiekem met een van je medegevangenen praatte, liep je het risico dat het een undercover-KGB’er was, die als informant naar binnen was gestuurd.

Er brandde 24 uur per dag fel licht in de cel en als je je ogen bedekte om te kunnen slapen, kwam er een bewaker naar binnen om je arm van je gezicht te schoppen. Overdag was er wel eens wat meer plek om te liggen als er mensen uit de cel waren gehaald voor ondervragingen, maar liggen was overdag verboden: dan mocht je alleen zitten of staan. Uitgeputte mensen praten namelijk sneller.

Af en toe mocht je naar buiten, rondjes lopen op de luchtplaats met ver boven je een klein stukje lucht. Maar daar mocht je niet naar kijken: hoofd omlaag en handen op je rug. Van tevoren werd de sneeuw weggehaald, want stel je voor dat je er een boodschap in zou schrijven voor andere gevangenen. De luchtplaats werd ook gebruikt om vrouwelijke gevangenen te verkrachten.